Excessief lenen bij de eigen vennootschap ontmoedigen en belastingafstel voorkomen. Dat is wat het Ministerie van Financiën wil bereiken met het recent ingediende wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’. Tijdens de internetconsultatie van dit voorstel heeft Visser & Visser haar bezwaren tegen de voorgestelde regeling al kenbaar gemaakt en in deze blog is enige tijd geleden al aandacht besteed aan leningen bij de eigen vennootschap. Maar nu is het wetsvoorstel er dan eindelijk en de vraag is: wat betekent dit voor u?
Voorstel
Hebt u, eventueel samen met uw partner, een aanmerkelijk belang (minimaal 5% van de aandelen) in een BV en hebt u meer dan € 500.000 aan schulden bij die BV? In dat geval bent u vanaf 2023 over het meerdere box 2-belasting verschuldigd. Dit betekent concreet een heffing van 26,9% over het geleende bedrag boven € 500.000.
In het kort houdt de maatregel het volgende in. Vanaf eind 2023 wordt jaarlijks bepaald hoeveel schulden u met uw partner en kind(eren) hebt aan één of meerdere vennootschappen waarin u een aanmerkelijk belang houdt. Indien dat meer dan het maximumbedrag (voor het eerst € 500.000) is, zult u over het meerdere box 2-belasting moeten betalen. Met het bovenmatige bedrag wordt ook het maximumbedrag verhoogd, zodat u in de volgende jaren niet opnieuw over het bedrag dat € 500.000 overstijgt, box 2-belasting bent verschuldigd. Als u in een later jaar (een deel van) de schuld aflost, kan dat weer leiden tot een verlies in box 2. Het verlies kan worden verrekend met positieve inkomsten uit het voorgaande belastingjaar of met de zes volgende belastingjaren. Hiermee wordt (economische) dubbele belastingheffing voorkomen. In plaats van een extra heffing leidt dit voorstel tot een vervroegde heffing: de betaalde belasting over leningen van meer dan € 500.000 wordt verrekend, zodra deze schuld wordt afgelost.
Voorbeeld
Stel, u hebt eind 2023 € 700.000 aan schulden aan vennootschappen waarin u een aanmerkelijk belang hebt. Het bovenmatige deel van de schulden in belastingjaar 1 bedraagt € 200.000 (€ 700.000 minus € 500.000). Daarover bent u € 53.800 (26,9%) box 2-belasting verschuldigd.
In 2024 wordt het maximumbedrag verhoogd van € 500.000 naar € 700.000. Het bovenmatige deel is dat jaar nihil
(€ 700.000 minus € 700.000). U hoeft dan niet opnieuw box 2-belasting te voldoen over € 200.000.
Vervolgens lost u in 2025 € 300.000 af op uw schulden, waardoor het totaalbedrag aan schulden € 400.000 eind 2025 bedraagt. Het bovenmatige deel van uw schulden bedraagt in dat geval negatief € 200.000. Dit is gelijk aan het bedrag dat eerder in 2023 in de heffing is betrokken. Dit negatieve fictief reguliere voordeel kunt u bijvoorbeeld verrekenen met de belasting die u bent verschuldigd vanwege een dividenduitkering die u datzelfde jaar hebt gedaan om de aflossing te kunnen realiseren. Indien dat niet aan de orde is, kunt u het verlies verrekenen met box 2-inkomen uit belastingjaar -/-1 (2024) of de zes volgende belastingjaren (2026 t/m 2031). Het maximumbedrag daalt met het bedrag van de aflossing (€ 300.000), maar wordt niet lager dan € 500.000. Eind 2025 bedraagt daarom het maximumbedrag weer € 500.000 (in plaats van € 400.000).
Alle schulden
Behalve op de rekening-courantschuld, ziet de maatregel ook op andere schulden aan de BV. Hiervan wordt alleen de eigenwoningschuld uitgezonderd. Voor nieuwe leningen voor de eigen woning die na 31 december 2022 worden aangegaan bij de BV, geldt als aanvullende voorwaarde dat hiervoor via de notaris een recht van hypotheek moet zijn verstrekt aan de BV.
Verbonden personen
Bovendien worden ook schulden die verbonden personen (zoals kinderen) hebben aan uw BV, aan u toegerekend. Dit geldt alleen voor het gedeelte dat hun schuld het maximumbedrag overstijgt.
Uitstel
Het was de bedoeling om de maatregel per 1 januari 2022 in werking te laten treden. Die datum is, mede vanwege de coronacrisis, met één jaar uitgesteld tot 1 januari 2023. Dat houdt concreet in dat u tot en met 31 december 2023 de tijd hebt om de schuldpositie bij uw BV terug te brengen tot een bedrag van maximaal € 500.000.
Dividenduitkering
Eén van de mogelijkheden om de schuldpositie te verlagen, is door dividenduitkeringen te verrekenen met de openstaande schulden. De komende jaren stijgt het box 2-tarief verder, wat met zich meebrengt dat u meer belasting bent verschuldigd over toekomstige dividenduitkeringen. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin u kunt zien hoeveel belasting u bent verschuldigd per € 10.000 aan dividenduitkering.
Jaar |
Box 2-tarief* |
Belastingbedrag |
2020 |
26,25% |
€ 2.625 |
2021 |
26,9% |
€ 2.690 |
2022 |
26,9% |
€ 2.690 |
2023 |
26,9% |
€ 2.690 |
* Het box 2-tarief is onder voorbehoud van eventueel toekomstige wijzigingen.
Aangezien een aflossing van de privéschulden ook effect kan hebben op uw box 3-inkomen, is het goed om samen met uw adviseur de diverse mogelijkheden te bespreken.
Afstel
Van uitstel komt afstel of uitstel is nog geen afstel. Wat in dit geval geldt, valt nader te bezien. Eén ding is duidelijk, het wetsvoorstel behoeft nadere afstelling. Wij hopen dat door de debatten en met eventuele moties het voorstel verder wordt verbeterd.
Wij zijn uiteraard graag bereid om samen met u te kijken naar de mogelijkheden die er zijn om te voorkomen dat u eind 2023 tegen de voorgestelde bovenmatige heffing aanloopt.