Al langere tijd levert geld op een spaarrekening nauwelijks tot niets meer op. Afgelopen maanden hebben diverse banken aangekondigd een negatieve rente te rekenen voor rekeningen met saldo’s boven een bepaald niveau. De grens van dit bedrag verschilt per bank. De wijziging is het gevolg van de aanhoudende lage en negatieve rentes in de kapitaalmarkt.
Derdengelden notaris- en advocatenkantoren
Veel notaris- en advocatenkantoren hebben gelden van cliënten op de derdenrekening staan. Afhankelijk van de aard van de omvang van de activiteiten van het notaris- en advocatenkantoor lopen de saldi op deze derdenrekeningen in de vele miljoenen. Zodoende kan deze wijziging grote gevolgen hebben voor uw praktijk. Waar in het (verre) verleden rente op de derdenrekening werd ontvangen en dit vergoed werd bij de afrekening van een boedel of zaak, wordt het kantoor nu geconfronteerd met een rentelast.
- Voorbeeld: Een kantoor heeft gemiddeld € 10 mln. aan cliëntgelden op de derdenrekening staan. Bij een negatieve rente van 0,5% levert dit een rentelast op van € 50.000. Dat betekent dus een rentelast in plaats van een rentebate. Deze kostenpost zal op de een of andere wijze in rekening bij cliënten moeten worden gebracht.
Beleid maken
De kantoren die hiermee te maken krijgen zullen beleid moeten maken over de wijze waarop deze kosten worden doorbelast aan cliënten. Dit heeft ook onder meer gevolgen voor de opdrachtvoorwaarden en overeenkomsten, maar ook voor de administratieve verwerking in de (sub)administraties.
Belaste of onbelaste prestatie
De wijze waarop de doorbelasting richting de cliënt plaatsvindt is niet onbelangrijk. Het Ministerie van Financiën gaat uit van een gelijke rechtsgrond voor positieve en negatieve rentes. Hieruit volgt dat geen omzetbelasting verschuldigd is zoals bij honorarium en doorbelasting van andere kosten. Het is wel van belang dat dit juist op de afrekeningsnota wordt weergegeven en in de administratie wordt verwerkt.
Een aspect dat meespeelt is in hoeverre gesteld kan worden dat dit een onbelaste prestatie is en gevolgen heeft voor de vooraftrek van omzetbelasting. In dat geval zouden de kosten beter verdisconteerd kunnen worden in een kostenopslag, hoewel de omvang van de doorbelasting van deze rentekosten in de praktijk ten opzichte van de belaste prestaties minimaal zal zijn. Echter bij grotere investeringen in het jaar zelf kan dat leiden tot een extra kostenpost. Op basis van uitlatingen van het Ministerie van Financiën is het vooralsnog aannemelijk dat de doorbelasting in zijn geheel buiten de btw blijft en dus geen gevolgen heeft voor de vooraftrek van omzetbelasting. Op basis van deze uitlatingen is het advies dit zonder omzetbelasting door te belasten.
Tip: check uw boekhouding
Het is van belang om na te denken of dit speelt in uw praktijk en hoe u hiermee omgaat. Dit hangt mede af van de vraag hoe dit op een efficiënte wijze kan worden ingeregeld in uw administratie en of huidige software hierin voldoet. Van belang is het ook om na te gaan of dit impact heeft op bijvoorbeeld investeringen die u onlangs heeft gedaan of nog voornemens bent te doen in het kader van een mogelijke correctie van de btw-voordruk.
Het is dus raadzaam om te kijken met uw adviseur in hoeverre dit in uw situatie speelt en of dit gevolgen heeft voor uw praktijk. Wij denken graag met u mee!
Meer weten?
De auteur van deze blog, Jan van Maaren, werkt als Accountant en vestigingsleider vanuit ons accountantskantoor in Oud-Beijerland. Ook vanuit onze andere vestigingen adviseren wij u graag!